Hoesten – met of zonder het opgeven van longslijm – en kortademigheid (dyspnoe) zijn de belangrijkste symptomen van COPD. De aandoening begint vaak met een ‘rokershoest’: ’s ochtends na het opstaan, moeten de longen flink schoon gehoest worden. Ook valt de kortademigheid op bij activiteiten als traplopen.

De klachten nemen toe bij een verkoudheid. De capaciteit van de longen om zuurstof op te nemen gaat geleidelijk achteruit. Dit proces is helaas niet omkeerbaar. Uiteindelijk krijgt iemand met COPD ook last van benauwdheid als hij rustig op de bank zit. Lichamelijke inspanning wordt een steeds groter probleem en de patiënt vermagert en verzwakt.