Behandelingsschema voor pijn bij kanker (Aanbeveling van de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO):
- fase 1
Orale (= via de mond) toediening van 'gewone' pijnstillers (niet-opioïde pijnstillers, zoals paracetamol, zo nodig in oplopende doseringen
- fase 2
Orale (= via de mond) gewone pijnstillers in combinatie met zwak tot matig werkende, opium-achtige pijnstiller (opioïde pijnstillers), zo nodig in oplopende dosering
- fase 3
Orale (= via de mond) toediening van gewone pijnstillers (niet-opioïden) in combinatie met een sterk werkende, opium-achtige pijnstiller (opioïden), zo nodig in oplopende dosering
- fase 4
Toediening van sterk werkende, opium-achtige pijnstiller (opioïden) via injectie (= parenteraal) onder de huid (= subcutaan), in een spier (= intra-musculair) of via het ruggemerg (= epiduraal), zo nodig in oplopende dosering.

Terug naar pijn bij kanker