De generieke (= generische) naam of stofnaam van een medicijn is de verkorte chemische naam van de farmacologisch actieve (= werkzame) stof in dat medicijn (bijv. 'acetylsalicylzuur' is de generieke naam van de chemische stof '2-acetoxy-benzoëzuur', dat de werkzame stof is in 'Aspirine®'.

Na verloop van het patent (= octrooi) van een merk-geneesmiddel mogen ook andere fabrikanten het medicijn produceren en in de handel brengen. Het namaak-middel krijgt dan de naam van de werkzame stof (= generieke naam) of een andere merknaam. Hierdoor kan een bepaald geneesmiddel meerdere (merk)namen hebben. Daarnaast is het binnen de EU ook nog mogelijk dat een medicijn onder een buitenlandse (merk)naam in de handel verkrijgbaar is.

zie ook: merknaam