Slechthorend zorgt voor blijvend spraakgebrek

Slechthorendheid tijdens de kindertijd kan leiden tot fouten tijdens het spreken op volwassen leeftijd. Dit blijkt uit onderzoek van klinisch linguïst Elke Huysmans van het VUmc. Een kind dat slechthorend geboren wordt, hoort gesproken taal minder goed dan een kind met een goed gehoor.

Volwassenen die geboren werden met gehoorverlies, maken meer grammaticale fouten tijdens het spreken dan volwassenen die hun taal leerden met goed gehoor. Bij het schrijven maken slechthorenden echter niet meer fouten. Hieruit concludeert Huysmans dat slechthorende volwassenen de regels van de grammatica wel hebben geleerd, maar dat ze deze door de tijdsdruk tijdens het spreken minder goed toepassen.
Huysmans vroeg zowel goed- als slechthorende deelnemers om hun favoriete sport uit te leggen. Deze uitleg werd opgenomen en vervolgens geanalyseerd. De fouten die slechthorende volwassenen maken, zijn specifiek en hebben te maken met hoe duidelijk spraakklanken hoorbaar zijn. Ze vergissen zich bijvoorbeeld in het gebruik van bepaalde lidwoorden of laten het lidwoord in zijn geheel weg. Daarnaast maken ze fouten bij het vervoegen van werkwoorden en hebben ze moeite met het juiste gebruik van het bijwoord 'er'.