Daraprim*

pyrimethamine

REGISTRATIEHOUDER
Glaxo Wellcome B.V.
Huis ter Heideweg 62
3705 LZ Zeist
tel. 030 – 6938100

Informatie bestemd voor de gebruiker

Voor een doelmatig en veilig geneesmiddelengebruik:
1. Heeft u het juiste geneesmiddel? Controleer naam, code van de tablet en toepassing.

2. Vertel aan uw arts welke geneesmiddelen u eventueel van andere behandelende artsen krijgt voorgeschreven (op recept) of op eigen initiatief gebruikt (zelfmedicatie). Dit is van belang voor een goede keuze van een geneesmiddel voor u.

3. Uw arts is verantwoordelijk voor de keuze van dit geneesmiddel. Volg zijn aanwijzingen nauwkeurig op.

4. Lees steeds de gebruiksaanwijzing, ook indien u Daraprim al enige tijd gebruikt, omdat de informatie aan nieuwe bevindingen of inzichten kan zijn aangepast. Mocht u iets niet geheel duidelijk zijn, raadpleeg dan uw arts of de apotheker die u dit geneesmiddel verstrekt heeft.

5. Laat nooit een aan u voorgeschreven geneesmiddel door anderen gebruiken en gebruik zelf ook nooit het geneesmiddel van een ander. In geval van inname van een te grote hoeveelheid van dit geneesmiddel (overdosering) dient een arts te worden geraadpleegd.

6. Bewaar alle geneesmiddelen in de oorspronkelijke verpakking op een donkere, koele en droge plaats, buiten het bereik van kinderen. Breng geneesmiddelen, die niet meer worden gebruikt, ter vernietiging terug naar de apotheek.

SAMENSTELLING

Iedere tablet Daraprim bevat als werkzaam bestanddeel 25 mg pyrimethamine.

WERKING

Daraprim is een geneesmiddel dat een aantal ziekteverwekkende micro-organismen (parasieten) bestrijdt. Het middel grijpt in de stofwisseling van de parasiet in, waardoor deze in zijn groei en verdere vermenigvuldiging wordt geremd.

TOEPASSING

Daraprim is bestemd voor de behandeling van malaria en toxoplasmose. Bij de behandeling van deze aandoeningen wordt Daraprim voorgeschreven in combinatie met andere geneesmiddelen, zg. sulfonamiden.

Malaria

Malaria is een ziekte, die wordt veroorzaakt door een parasiet genaamd Plasmodium. Deze wordt door steken van malariamuggen op de mens overgebracht. De ziekte komt vooral voor in tropische landen, doch komt in Nederland ook voor, bijv. bij reizigers die uit de tropen terugkeren. De parasieten vermenigvuldigen zich in de lever en in de rode bloedcellen, die hierbij vernietigd worden. Het kan een week tot enkele maanden of langer na de muggebeet duren voordat de eerste ziekteverschijnselen zich voordoen. Deze bestaan uit hoofdpijn, terugkerende koortsperioden, gebrek aan eetlust, maagklachten, braken, vermoeidheid en algemeen ziektegevoel. Na dit stadium volgt de eerste voor malaria kenmerkende koortsaanval met hevige koude rillingen, gevolgd door hoge koortspieken met hittegevoel, eindigend in sterk zweten. Deze koortsaanvallen keren steeds na een gelijk aantal dagen terug (tweedaagse, driedaagse en vierdaagse koorts). Malaria gaat gepaard met bloedarmoede, steken in de linkerzij door miltzwelling en soms een lichte geelzucht. Bij kinderen kunnen toevallen (convulsies) optreden. De arts stelt de diagnose malaria op grond van de ziekteverschijnselen en de resultaten van bloedonderzoek. Iemand die malaria heeft gehad en bloed wil geven, dient hierover met de bloedtransfusiedienst te overleggen.

Toxoplasmose

Toxoplasmose is een ziekte die wordt veroorzaakt door een micro-organisme met de naam Toxoplasma gondii. De overdracht van deze parasiet geschiedt voornamelijk door het eten van besmet vlees dat onvoldoende verhit is geweest en soms door het contact met besmette katten of hun uitwerpselen. De ziekteverschijnselen bestaan o.a. uit koorts, braken en hoesten. Als complicaties kunnen ontsteking van de hersenen en hersenvliezen voorkomen. Volwassenen worden zelden ziek van een besmetting met toxoplasmose; na een eerste besmetting ontwikkelt de mens weerstand (immuniteit) tegen de ziekteverwekker. Het grootste gevaar bestaat uit het overgaan van de ziekte op het ongeboren kind als de aanstaande moeder tijdens de zwangerschap voor het eerst met toxoplasmose wordt besmet. Dit kan leiden tot afwijkingen en miskraam of tot te vroeg geboren worden. Een infectie van de (aanstaande) moeder behoeft echter lang niet altijd ernstig te zijn en in vele gevallen zal de arts na afweging van de risico's van de infectie tegen het te verwachten behandelingsresultaat besluiten géén behandeling te geven. Als een kind met toxoplasmose wordt geboren, is behandeling noodzakelijk. Een in het verleden doorgemaakte toxoplasmose kan later weer actief worden en dient dan opnieuw te worden behandeld.

WANNEER DARAPRIM NIET MAG WORDEN GEBRUIKT (CONTRA-INDICATIES)

Als gebleken is dat u overgevoelig bent voor het werkzame bestanddeel, pyrimethamine, mag u dit geneesmiddel niet gebruiken. Dit geneesmiddel is minder geschikt voor mensen met afwijkingen van de nieren, lever of het bloed.

BIJWERKINGEN

Bij de behandeling van malaria komen bijwerkingen weinig voor. Soms komen misselijkheid, buikkrampen, braken en diarree voor, maar dit kunnen ook voor malaria kenmerkende verschijnselen zijn. Bij de behandeling van toxoplasmose worden grotere hoeveelheden Daraprim toegepast. Hierdoor kunnen afwijkingen van het bloed ontstaan. Bij het begin van de behandeling kunnen misselijkheid, buikkramp, braken en diarree voorkomen, maar dit maakt het staken van de behandeling zelden nodig. Soms komen hoofdpijn, duizeligheid, droge mond of keel, koorts, huidafwijkingen en een gevoel van ziek zijn voor. Bij gebruik van te grote hoeveelheden (verkeerde dosering) kunnen zich vergiftigingsverschijnselen voordoen. Deze uiten zich in de vorm van bloedziekten. Houdt u dus steeds aan de voorgeschreven hoeveelheid en meldt de arts ongewone verschijnselen.

WAARSCHUWINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN

Bij mensen met stoornissen in de werking van de lever of de nieren of een tekort aan de stof foliumzuur zal dit middel met terughoudendheid worden voorgeschreven. Bij patiënten die wegens toxoplasmose met Daraprim behandeld worden, zal de arts wekelijks en tot 2 weken na afloop van de behandeling bloed afnemen voor onderzoek. Omdat bij de behandeling van malaria en toxoplasmose Daraprim in combinatie met een ander geneesmiddel wordt gegeven (een sulfonamide) dient u voldoende te drinken. Bijwerkingen op het bloed zal de arts tegengaan door injecties met calciumfolinaat te geven.

GEBRUIK IN DE ZWANGERSCHAP EN TIJDENS HET GEVEN VAN BORSTVOEDING

Bij zwangerschap mag dit geneesmiddel uitsluitend worden gebruikt na overleg met de arts. Tijdens de behandeling en tot een week na het staken ervan mag geen borstvoeding worden gegeven.

INVLOED OP DE RIJVAARDIGHEID EN DE BEKWAAMHEID OM MACHINES TE BEDIENEN

Bij het besturen van motorvoertuigen en het bedienen van machines dient rekening te worden gehouden met een geringe kans op het optreden van duizeligheid.

WISSELWERKING MET ANDERE GENEESMIDDELEN

Als gelijktijdig met dit geneesmiddel ook een geneesmiddel zoals bijv. co-trimoxazol wordt gebruikt, neemt de kans op afwijkingen van het bloed toe. Co-trimoxazol is een geneesmiddel dat gebruikt wordt om infecties, veroorzaakt door bepaalde bacteriën, te bestrijden. Het gelijktijdig gebruik van kalmerende middelen die als werkzame stof lorazepam bevatten, wordt afgeraden. Gelijktijdig gebruik met enkele andere geneesmiddelen kan de werkzaamheid van Daraprim beïnvloeden; dit geldt in het bijzonder voor geneesmiddelen om de stolbaarheid van het bloed te verminderen. De combinatie van verschillende geneesmiddelen kan schadelijke gevolgen hebben. Zorg daarom dat uw arts op de hoogte is als u andere geneesmiddelen gebruikt. Tevens kan het (bijv. bij ongeval) van belang zijn dat anderen gemakkelijk kunnen nagaan welk(e) geneesmiddel(en) u gebruikt. Draag deze informatie altijd bij u.

WIJZE VAN GEBRUIK

Behandeling van malaria

Volwassenen en kinderen vanaf 14 jaar ontvangen eenmalig 3 Daraprim tabletten en 1500 mg sulfonamide; in één keer in te nemen. Voor jongere kinderen wordt naar gelang hun leeftijd en gewicht een eenmalige lagere dosering aanbevolen; in één keer in te nemen.

Behandeling van toxoplasmose

Volwassenen en kinderen van 6 jaar en ouder ontvangen een begindosis van 2 tabletten Daraprim , gevolgd door een tablet Daraprim per dag. Tevens wordt hierbij het geneesmiddel sulfadiazine voorgeschreven. Voor kinderen van 2 tot 6 jaar wordt een begindosis van 1 tablet Daraprim , gevolgd door een halve tablet Daraprim aanbevolen. In de leeftijdsgroep van 10 maanden tot 2 jaar is de dagelijkse dosis een halve tablet Daraprim . De dosis en de duur van de behandeling worden voor iedere patiënt individueel vastgesteld door de arts. Hij kan zich daarbij laten leiden door de resultaten van bloedonderzoek. Raadpleeg daarom de op de verpakking (het etiket) vermelde, voor u bestemde aanwijzingen. De behandeling is een kuur van 3 - 4 weken, welke geheel afgemaakt moet worden, ook al zijn de oorspronkelijke klachten al verminderd of zelfs verdwenen. Als herhaling van de behandeling nodig is, dient een periode van 30 - 40 dagen tussen twee behandelingen te liggen.

BEWARING EN HOUDBAARHEID

Daraprim tabletten dienen bij kamertemperatuur, droog en buiten invloed van licht bewaard te worden. Op de verpakking is de uiterste gebruiksdatum vermeld na de woorden: "niet te gebruiken na". Op de strip met tabletten geven de getallen achter "Exp." de uiterste gebruiksdatum aan. Zo betekent bijvoorbeeld "Exp. 02-97" dat de tabletten uiterlijk tot en met februari 1997 mogen worden gebruikt.

VERPAKKING

De tabletten zijn wit, hebben een doorsnede van 7,4 mm en een breukstreep en zijn gecodeerd WELLCOME A3A. Een verpakking met 30 tabletten in doordrukstrip is op recept in de apotheek verkrijgbaar.

INSCHRIJVINGSNUMMER
Daraprim is in het register ingeschreven onder RVG 00254.

DATERING
GlaxoSmithKline B.V. Zeist, 14 oktober 1992