Bij een paniek-aanval worden mensen in bepaalde, meestal stressvolle situaties (bijv. druk verkeer, volle bioscoop of winkel) zonder verdere aanleiding plotseling geduurende een periode van 5-20 min) zeer angstig.

Er wordt pas van een paniek-stoornis gesproken als zich regelmatig paniek-aanvallen voordoen en men tussendoor bang is voor een nieuwe aanval. Een paniek-aanval lijkt vaak sterk op een aanval van hyper-ventileren.

Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Naar adem snakken (ademnood), sterk transpireren, hartkloppingen en beven.
Daarnaast komen o.a. ook nog maagklachten, misselijkheid, gevoel gek te worden en doodsangst voor. Na afloop van de paniek-aanval is de betrokkene soms nog enkele uren opgewonden en/of gespannen.

Mensen met een paniekstoornis vermijden vaak situaties waarin de kans op een paniekaanval groter is dan normaal. Soms gaan ze gaan liever niet meer de deur uit ( = 'straat-vrees') en kunnen dan in een isolement terechtkomen. Paniekstoornissen gaan zelden vanzelf over en duren daarom vaak levenslang.

Mogelijke behandelingen (o.a.)
- psychotherapie: gespreks- en/of gedragstherapie (vaak in combinatie met medicijnen)
- anti-depressiva van het type SSRI: omdat de werking vaak pas na 2-6 weken merkbaar is, worden aan het begin van de behandeling vaak benzodiazepinen gegeven

zie ook:
- fobieën
- angst-stoornissen