Abnormaal laag (= hypo-) protrombine-gehalte van het bloed (= haem). Protrombine (= bloedstollingsfactor II) speelt een belangrijke rol bij de bloedstolling.
Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Verlengde bloedstollingstijd (= protrombinetijd), waardoor bloedingen langer duren dan normaal.
Mogelijke oorzaken (o.a.)
Tekort aan de stollingsfactoren II, VII, IX en X, een tekort aan vitamine K en overdosering van bepaalde antistollingsmiddelen (cumarine-derivaten).
Mogelijke behandelingen (o.a.)
- medicijnen: vitamine K, fytomenadion/
Konakion® (vit. K1)
Terug naar bloedstollingsstoornissen
Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Verlengde bloedstollingstijd (= protrombinetijd), waardoor bloedingen langer duren dan normaal.
Mogelijke oorzaken (o.a.)
Tekort aan de stollingsfactoren II, VII, IX en X, een tekort aan vitamine K en overdosering van bepaalde antistollingsmiddelen (cumarine-derivaten).
Mogelijke behandelingen (o.a.)
- medicijnen: vitamine K, fytomenadion/
Konakion® (vit. K1)
Terug naar bloedstollingsstoornissen
Top Dossiers