DNA (= desoxy-ribonucleïnezuur) is een complexe structuur in de celkern, die bestaat uit twee in elkaar gedraaide strengen of spiralen (= dubbele helix) met dwarsverbindingen of treden (= wenteltrapvorm).
De beide DNA-strengen bestaan uit een reeks van fosfaat- en suiker-moleculen die elkaar afwisselen.
De DNA-dwarsverbindingen of 'treden' tussen beide strengen bestaan uit twee basen (= basenparen), die aan elkaar zijn vebonden een zogenaamde waterstofbrug.
Er zijn twee verschillende basenparen ('treden') mogelijk, namelijk adenine-thymine en cytosine-guanine. Deze vier basen worden meestal aangeduid met de letters A (adenosine), C (cytosine), G (guanine) en T (thymine).

De genetische code (= erfelijke informatie) van het DNA bestaat uit een reeks van steeds drie basen of 'letters' (= tripletten). Elke groep van drie treden van de DNA-trap bevat de genetische code voor één van de 26 verschillende aminozuren (= bouwstenen van de eiwitten) van het lichaam. Elk gen bestaat op haar beurt uit een reeks van tripletten, die zowel qua aard als aantal van elkaar kunnen verschillen.

zie ook:
- RNA
- transcriptie
- eiwitproductie
- chromosoom
- genen
- erfelijkheidsleer

Terug naar celkern