Koorts komt vaak voor bij kinderen, vooral bij kinderen onder de 5 jaar. een kind heeft koorts als de lichaamstemperatuur 38 graden is of hoger. Meet de temperatuur via de anus (poepgaatje). Dit is het meest betrouwbaar.
Een oorthermometer is minder betrouwbaar en niet bruikbaar bij kinderen jonger dan 3 maanden. Bij een infectie kan de temperatuur oplopen tot 40 of 41 graden. Dat kan geen kwaad. De koorts is niet schadelijk voor het lichaam of de hersenen. Zolang het lichaam de warmte kwijt kan, komt de temperatuur zelden tot boven de 41 graden.
De hoogte van de koorts zegt op zich weinig over de ernst van de ziekte. Blijf op andere verschijnselen letten om in te schatten of uw kind erg ziek is. De koorts kan enkele dagen duren. Hoe lang de koorts duurt zegt op zich weinig over de ernst van de ziekte. Zodra het lichaam de infectie overwonnen heeft, daalt de temperatuur weer.

Koorts op zich is geen reden voor bezorgdheid, maar blijf daarbij wel op andere verschijnselen letten:

  • Geef uw kind extra te drinken, eventueel een waterijsje. Door de koorts en het zweten kan uw kind veel vocht verliezen.
    Eten is minder belangrijk. Dring er niet op aan dat uw kind eet.
  • Zorg dat uw kind genoeg rust krijgt. Het hoeft niet in bed te blijven en mag ook naar buiten.
  • Het lichaam moet de warmte kwijt kunnen. Kies daarom dunne kleding die losjes om het lichaam zit. In bed is een lakentje vaak voldoende. Als uw kind het koud heeft of rilt, kunt u het tijdelijk extra toedekken.
    De huid met koud water afsponzen of een koude natte doek op de huid leggen om af te koelen (kompres) raden artsen niet aan.
  • Zorg dat er een ouder (of andere volwassene) thuis is die regelmatig kijkt hoe het met uw kind gaat.
  • Speelt, lacht, kijkt en reageert uw kind zoals u van uw kind gewend bent? Ademt het rustig en regelmatig? Heeft het een gezonde kleur? Drinkt en plast uw kind zoals het altijd doet? Dan is uw kind waarschijnlijk niet erg ziek.
  • Soms kan een kind met koorts in korte tijd toch zieker worden. Dan is het belangrijk dat iemand dat opmerkt. Blijf daarom wel op andere ziekteverschijnselen letten. Zo merkt u snel of uw kind toch zieker wordt:    
    Wordt uw kind suf?
    Ademt het snel of piepend?
    Krijgt het blauwe lippen of een bleek-grauw gezicht?
    Krijgt het rode niet-wegdrukbare vlekjes?
    Drinkt of plast het te weinig?
    Blijft het ontroostbaar huilen?
    Gedraagt het zich anders dan u van uw kind gewend bent?
    Gaat het steeds slechter?
    Dit zijn alarmverschijnselen die erop kunnen wijzen dat uw kind ernstig ziek is. Bel direct de huisarts. (Zie ook Wanneer contact opnemen).

Wat kunt u zelf doen als uw kind koorts heeft?

Koorts op zich is geen reden voor bezorgdheid, maar blijf daarbij wel op andere verschijnselen letten:

  • Geef uw kind extra te drinken, eventueel een waterijsje. Door de koorts en het zweten kan uw kind veel vocht verliezen.
    Eten is minder belangrijk. Dring er niet op aan dat uw kind eet.
  • Zorg dat uw kind genoeg rust krijgt. Het hoeft niet in bed te blijven en mag ook naar buiten.
  • Het lichaam moet de warmte kwijt kunnen. Kies daarom dunne kleding die losjes om het lichaam zit. In bed is een lakentje vaak voldoende. Als uw kind het koud heeft of rilt, kunt u het tijdelijk extra toedekken.
    De huid met koud water afsponzen of een koude natte doek op de huid leggen om af te koelen (kompres) raden artsen niet aan.
  • Zorg dat er een ouder (of andere volwassene) thuis is die regelmatig kijkt hoe het met uw kind gaat.
  • Speelt, lacht, kijkt en reageert uw kind zoals u van uw kind gewend bent? Ademt het rustig en regelmatig? Heeft het een gezonde kleur? Drinkt en plast uw kind zoals het altijd doet? Dan is uw kind waarschijnlijk niet erg ziek.
  • Soms kan een kind met koorts in korte tijd toch zieker worden. Dan is het belangrijk dat iemand dat opmerkt. Blijf daarom wel op andere ziekteverschijnselen letten. Zo merkt u snel of uw kind toch zieker wordt:    
    Wordt uw kind suf?
    Ademt het snel of piepend?
    Krijgt het blauwe lippen of een bleek-grauw gezicht?
    Krijgt het rode niet-wegdrukbare vlekjes?
    Drinkt of plast het te weinig?
    Blijft het ontroostbaar huilen?
    Gedraagt het zich anders dan u van uw kind gewend bent?
    Gaat het steeds slechter?
    Dit zijn alarmverschijnselen die erop kunnen wijzen dat uw kind ernstig ziek is. Bel direct de huisarts. (Zie ook Wanneer contact opnemen).

Medicijnen bij koorts bij kinderen

De koorts verlagen is niet nodig
Ouders willen vaak medicijnen geven om de koorts te verlagen. Dat is niet nodig en niet zinvol. De koorts kan geen kwaad. Waarschijnlijk helpt koorts juist om de infectie te bestrijden.
Medicijnen helpen ook niet om de kans op een koortsstuip kleiner te maken.

Geef paracetamol alleen bij koorts met pijn
Voelt uw kind zich erg ziek? Heeft het pijn? Of drinkt het slecht? Dan kunt u paracetamol geven. Na een halfuur gaat het dan vaak wat beter. Dat komt doordat paracetamol de pijn wegneemt.
Met paracetamol gaat meestal ook de koorts omlaag. Gaat de koorts bij uw kind niet omlaag? Dat kan en is niet erg. U geeft paracetamol alleen om de pijn weg te nemen en niet om de koorts te verlagen.

Kinderen ouder dan 1 jaar mag u bij pijn in plaats van paracetamol ook kortdurend ibuprofen geven. Artsen raden aan paracetamol te geven, omdat zij en ook ouders daar meer ervaring mee hebben.

Hoeveel paracetamol (of ibuprofen) u mag geven, hangt af van de leeftijd en het gewicht van uw kind. Kijk goed op de verpakking. Neem contact op met uw huisarts als de aangegeven dosis onvoldoende helpt tegen de pijn.
Uitleg over het inbrengen van een zetpil vindt u op apotheek.nl.

Antibiotica?
Bij koorts zijn antibiotica meestal niet nodig. Vaak is een virus namelijk de oorzaak van de koorts en antibiotica werken niet tegen virussen. Antibiotica werken wel tegen bacteriën, maar vaak kan het lichaam bacteriën ook zelf opruimen. Antibiotica zijn dan niet nodig.

Hoe gaat het verder bij een kind met koorts?

De koorts kan enkele dagen duren. De helft van de kinderen heeft op de 4e dag nog koorts, een kwart heeft op de 7e dag nog koorts. De duur van de koorts zegt niets over de ernst van de ziekte. De meeste virusinfecties gaan vanzelf over.

Blijf wel op andere ziekteverschijnselen letten. Ook als u met uw kind bij de huisarts bent geweest. Soms kan een kind met koorts ineens toch nog zieker worden. De kans is klein, maar bel dan direct weer de huisarts of de huisartsenpost.

Wanneer contact met uw huisarts bij een kind met koorts?

Neem direct contact op met uw huisarts of de huisartsenpost als uw kind met koorts: 

  • jonger is dan 3 maanden
  • een hart- of longziekte heeft
  • diabetes mellitus heeft
  • medicijnen gebruikt die de weerstand verminderen
  • minder weerstand heeft door het syndroom van Down
  • of in de afgelopen 4 weken in het buitenland (subtropen) is geweest. 

Deze kinderen hebben een grotere kans om erg ziek te worden bij een infectie. De huisarts zal uw kind willen onderzoeken, óók als het (nog) géén andere ziekteverschijnselen heeft.

Neem óók contact op met uw huisarts:

  • als uw kind 5 dagen koorts heeft;
  • of als uw kind met koorts een prik van het consultatiebureau heeft gemist. Dit in verband met de kans op een kinderziekte die ernstig kan verlopen.   

Voor alle kinderen met koorts geldt:

Neem direct contact op met uw huisarts of de huisartsenpost als uw kind met koorts een van de volgende alarmverschijnselen heeft:

  • suf is of niet gemakkelijk wakker te krijgen;
  • kreunt of blijft huilen en niet te troosten is;
  • benauwd is of anders ademt (sneller ademt, piept, hoorbaar ademt en daarbij kwijlt, of korte periodes niet ademt);
  • een bleek-grauwe of vlekkerige huidskleur krijgt of blauwe lippen;
  • rode vlekjes krijgt waarvan de kleur niet verbleekt als u erop drukt; (op de romp, armen, benen of het oogslijmvlies);
  • in korte tijd steeds zieker wordt (anders ziek is dan u van uw kind gewend bent);
  • zieker wordt en steeds weer overgeeft (meerdere keren per uur; met of zonder diarree);
  • veel minder drinkt dan normaal (minder dan de helft van wat het normaal drinkt);
  • een halve dag niet heeft geplast of geen natte luier heeft gehad;
  • ineens met armen en benen gaat schokken of trekkingen krijgt (koortsstuip);
  • een gezwollen arm, been of gewricht heeft dat het kind niet goed kan gebruiken;
  • opnieuw koorts krijgt na een aantal dagen koortsvrij te zijn geweest.

Laatst aangepast op 23 oktober 2018