Q-koorts

Q-koorts is een infectieziekte die van dieren op mensen kan overgaan (zoönose). In Nederland zijn het vooral besmette melkgeiten en melkschapen die voor besmetting van mensen zorgen. Maar ook koeien kunnen de ziekte aan mensen overdragen. Q-koorts is niet van mens op mens overdraagbaar. Symptomen zijn longontsteking, hoofdpijn, koorts, koude rillingen etc. Sommigen ontwikkelen later het Q-koortsvermoeidheidssyndroom (QVS) of chronische Q-koorts, een variant die dodelijk kan zijn. Tussen 2007-2011 was er een Q-koortsepidemie in Nederland.
 

Oorzaak

Besmetting met een bacterie (= Coxiella burnetii) die via de lucht wordt overgebracht door schapen, geiten, runderen en tekenfeces.

Wat is Q-koorts?

Q-koorts is een infectieziekte die wordt veroorzaakt door de coxiella burnetii bacterie die via dieren mensen kan besmetten. In Nederland zijn besmette melkgeiten en melkschapen de bron van de ziekte bij mensen. De meeste mensen lopen Q-koorts op door het inademen van lucht waar de bacterie inzit, tijdens de lammerperiode (februari tot en met mei) van geiten en schapen. Dat betekent dat mensen besmet kunnen worden door dieren die de bacterie bij zich hebben.

Besmette dieren kunnen Q-koorts bacterie, coxiella burnetii, overdragen op mensen. De bacterie komt in de omgeving terecht doordat geïnfecteerde dieren (die zelf geen ziekteverschijnselen hoeven te vertonen) bacteriën uitscheiden. Dit doen zij via lichaamsvocht, zoals traanvocht, urine, slijm, speeksel, melk en vruchtwater.

Vooral tijdens het kalven of lammeren komen er veel bacteriën vrij. Zeker als het gaat om een abortus, ofwel verwerping.

Mensen kunnen op 3 manieren besmet raken:

  • Door besmette stofdeeltjes in te ademen. De stofdeeltjes kunnen zich via de lucht over grote afstanden verspreiden. Dit is de voornaamste oorzaak van besmetting bij de mens.
  • Door besmette rauwe melk(-producten) of onvoldoende verhit besmet vlees te eten of drinken. Besmetting op deze manier komt zelden voor.
  • Er zijn ook gevallen beschreven waarbij moeders pasgeboren kinderen infecteerden via de placenta en/of de moedermelk. Verder gaat Q-koorts niet over van mens op mens.

 

Incubatieperiode

De incubatieperiode varieert van 7 tot 32 dagen, met een gemiddelde van 18 dagen (Todkill et al. 2018). Een hogere infectieuze dosis resulteert in een kortere incubatieperiode.

Ziekteverschijnselen

Q-koorts is niet altijd te herkennen. Standaard wordt de IFA-test gebruikt om de ziekte aan te tonen Het zijn veelal griepachtige klachten die door een besmetting worde veroorzaakt. Maar meer dan de helft van de mensen met Q-koorts heeft geen klachten. De mensen die wel klachten hebben, hebben vaak een griepachtig ziektebeeld. Soms verloopt Q-koorts ernstiger. Dan begint de ziekte in korte tijd met heftige hoofdpijn, hoge koorts en een longontsteking met droge hoest en pijn op de borst. De bacterie kan een leverontsteking veroorzaken. Deze klachten komen echter ook bij andere ziektebeelden voor. Mannen hebben vaker last van Q-koorts dan vrouwen en ook mensen die roken worden vaker ziek. Veel mensen die Q-koorts hebben gehad, zijn daarna nog lange tijd moe. Wanneer er ziekteverschijnselen optreden gebeurt dat gemiddeld 2 à 3 tot 6 weken na de besmetting.
Soms kan Q-koorts tot een chronische infectie leiden. Dan is er vaak een ontsteking aan het hart. Chronische Q-koorts komt meestal voor bij patiënten met een afweerstoornis en hartpatiënten. Bij zwangere vrouwen kan een eerder doorgemaakte Q-koortsinfectie tot chronische Q-koorts leiden.

IFA test, ELISA test en Q-detect

Een nieuwe ontwikkeling in de diagnostiek van een infectie door C. burnetii is de interferon-gamma release assay (IGRA; onder meer de Q-detect assay van Innatoss, Oss) waarmee de cellulaire immuunrespons wordt aangetoond. Deze cellulaire test voor Coxiella burnetii is gebaseerd op de reactie van T-cellen in het bloed. Q-detect kan infecties jaren na blootstelling nog constateren, zelfs als antistoffen weer weg zijn gezakt. Daarmee is Q-detect de enige test die gevoelig genoeg is om het grootste deel van de mensen terug te vinden die besmet zijn geraakt tijdens de Nederlandse Q-koortsepidemie. Er zijn tot op heden twee artikelen gepubliceerd waarbij de IGRA is geëvalueerd waaruit blijkt dat de humorale en de cellulaire immuunrespons op C. burnetii-infectie uiteen lopen. (Schoffelen, T. et al 2013, Schoffelen, T. et al 2013) Er zijn materialen afgenomen voor een vergelijkend onderzoek tussen IFA en de Q-detect in een goed omschreven cohort (Wielders C.C. et al 2015), maar de resultaten van deze vergelijking zijn (nog) niet gepubliceerd. Samengevat, er zijn (nog) te weinig gegevens beschikbaar om de Q-detect te gebruiken in de diagnostiek van Q-koorts. Het grote verschil is waarschijnlijk te verklaren doordat Q-detect ook een hoge gevoeligheid heeft bij een lange verstreken periode na infectie. De IFA test meet antistoffen die 5-7 jaar na de epidemie deels weggezakt zijn.

In een publicatie van Sanquin onderbouwd het wegzakken van de antistoffen: over de ELISA-test voor Q-koortsen wordt gesproken over 62,5% afname in de positieve gevallen over een periode van 3 jaar. Daarmee is de ELISA ongeschikt voor Q-koorts diagnose jaren na infectie.

Langere tijd na de infectie (meer dan 5 jaar) is Q-detect dus duidelijk de meest gevoelige test:

  • Sensitiviteit van 93%
  • Specificiteit van minimaal 90%

 

Besmetting en preventie

Q-koorts kan je oplopen door het inademen van lucht waar de bacterie in zit. De bacterie komt in de lucht tijdens het lammeren van besmette geiten of schapen. Vooral vruchtwater en de moederkoek van besmette dieren bevatten grote hoeveelheden bacteriën. De bacterie kan ook in melk, mest en urine zitten, maar niet in het vlees van de geit of het schaap. Ook andere dieren zoals koeien en huisdieren kunnen besmet zijn en de infectie overdragen op mensen. In Nederland is dit nog niet of nauwelijks gebeurd. De bacterie kan maanden tot jaren overleven in de omgeving. Het drinken van rauwe melk kan ook een bron van besmetting zijn. Dieren zijn besmettelijk zolang zij de bacterie bij zich dragen. De ziekte wordt niet van mens op mens overgedragen.

Een besmetting is niet te voorkomen. De bacterie wordt namelijk via de lucht ingeademend. Bent u zwanger of een hartpatiënt? Of heeft u een afweerstoornis? Vermijd dan in ieder geval direct contact met melkgeiten en melkschapen. Woont u in een gebied waar Q-koorts voorkomt of bent u daar geweest? Wees dan extra alert op klachten die passen bij Q-koorts, zoals koorts met hoofdpijn of hoesten. Ga tijdig naar de huisarts. Vermijd consumptie van rauwe melk of rauwe melkproducten. De bacterie wordt inactief door pasteurisatie of koken.

Mensen kunnen op 3 manieren besmet raken:

  • Door besmette stofdeeltjes in te ademen. De stofdeeltjes kunnen zich via de lucht over grote afstanden verspreiden. Dit is de voornaamste oorzaak van besmetting bij de mens.
  • Door besmette rauwe melk(-producten) of onvoldoende verhit besmet vlees te eten of drinken. Besmetting op deze manier komt zelden voor.
  • Er zijn ook gevallen beschreven waarbij moeders pasgeboren kinderen infecteerden via de placenta en/of de moedermelk. Verder gaat Q-koorts niet over van mens op mens.

Complicaties Q-koorts

Na een acute Q-koortsinfectie (met klachten) zijn er drie  mogelijkheden:

1. De patiënt geneest volledig. In zijn bloed kan worden aangetoond dat hij de infectie heeft doorgemaakt.

2. De patiënt krijgt chronische Q-koorts. Dit komt voor bij 1-5% van de geïnfecteerden. Chronische Q-koorts is een ernstige infectie waarbij langdurige behandeling met antibiotica vaak noodzakelijk is. De verschijnselen kunnen nog maanden tot jaren na besmetting optreden.

3. De patiënt houdt langdurige klachten van vermoeidheid na de infectie: het Q-koortsvermoeidheids-syndroom (QVS).

Vaccinatie

Er is in Nederland alleen een vaccin voor dieren beschikbaar.

Mogelijke behandelingen (o.a.)
- medicijnen: anti-biotica

zie ook: ziekte van Lyme  ,  QVS

Terug naar infectie-ziekten

Laatst aangepast op 20 oktober 2018