Groep van middelen (zie hieronder) die de weerstand (= afweer, immuniteit) tegen infecties met bacteriën of virussen vergroten.

Vaccins bevatten dode of zwak-levende bacteriën of virussen, of bestanddelen (= toxoïden) daarvan, waartegen het lichaam na inenting zelf specifieke afweerstoffen (= antistoffen = antilichamen = immunoglobulinen = Ig) aanmaakt (= actieve immunisatie).
De door het lichaam gevormde afweerstoffen beschermen (= immuniteit) daarna het lichaam tegen infectie van buitenaf met dezelfde ziektekiemen (= antigenen) als in het vaccin aanwezig waren.

zie ook:
- vaccinatie (= inenting)
- sera
- immunoglobulinen (= anti-stoffen)
- zwangerschap
- borstvoeding
- kinderziekten
- vaccinaties voor kinderen

Terug naar middelen bij infectieziekten

Bron: Farmacotherapeutisch Kompas, 2004