Infectie met herpes zoster-virus dat o.a. waterpokken (= varicella zoster), gordelroos (= herpes zoster) en St. Antoniusvuur kan veroorzaken. Het virus wordt soms, maar niet per se, actief door bijv. een verminderde afweer, de ziekte van Hogkin of AIDS. Gordelroos treedt meestal pas na het 50e levensjaar op.

Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Koorts, rillingen, misselijkheid, diarree, plasproblemen, zenuwpijnen, vooral aan de bostkast, schouder, zijen (vaak aan één kant), heupen en het gezicht, gevoelige huid en huiduitslag met vochtblaasjes (soms over het hele lichaam).

Mogelijke behandelingen (o.a.)
In een vroeg stadium kan de duur van de verschijnselen van gordelroos worden bekort door behandeling met het antivirale middel aciclovir.
De zenuw- en huidpijn kan worden bestreden met aspirine (niet bij kinderen!) of paracetamol.

NB. Na de eerste aanval van gordelroos is ca. 96% van de patiënten voor de rest van hun leven bliivend immuun voor de ziekte.

Terug naar herpes-virussen