Vitamine D is een belangrijke vitamine die een essentiële rol speelt in een aantal belangrijke processen in ons lichaam. Vitamine D is één van de weinige vitamines die ons lichaam zelf aan kan maken. Het wordt aangemaakt in de huid onder invloed van zonlicht in de huid aangemaakt. Vitamine D3 komt o.a. voor in boter, eieren, plantaardige oliën, sommige vette vissoorten en in met vitamine D verrijkte voedingsmiddelen (o.a. levertraan en bepaalde margarines). De laatste jaren wordt er meer onderzoek gedaan naar vitamine D. Uit onderzoek is steeds duidelijker geworden dat vitamine D meer doet dan alleen zorgen voor sterke botten en tanden. Deze supervitamine is – net als vitamine C – ook nodig voor de weerstand tegen ziekten.

Het lichaam heeft vitamine D nodig om adequaat op ontstekingen te reageren. Zo kan vitamine D aanzetten tot de vorming van een eiwit dat bacteriën onschadelijk maakt.

Vitamine D1 bestaat uit een combinatie van vitamine D2 ( = ergocalciferol) en vitamine D3 ( = colecalciferol). Vitamine D is noodzakelijk voor de opname van calcium ( = \"kalk\") in de darmen. Hierdoor wordt het calcium- ( = hypocalciëmie) en fosfaatgehalte ( = hypofosfatemie) in het bloed te laag, waardoor de botvorming wordt verstoord.
Vitamine D wordt in de huid gevormd onder invloed van zonlicht. Vitamine D3 komt o.a. voor in boter, eieren, plantaardige oliën, sommige vette vissoorten en in met vitamine D verrijkte voedingsmiddelen (o.a. levertraan en bepaalde margarines).

Mogelijke oorzaken (o.a.)
- tekort aan vitamine D in de voeding (dit is in de Westerse wereld alleen het geval bij zeer eenzijdige voeding)
- verminderde vitamine D-opname (- malabsorptie) in de darm (bijv. bij langdurige diarree of een darm-aandoening)

 

Vitamine D nodig voor:

 

Botten

Vitamine D is nodig om calcium en fosfor uit de voeding te halen, en is daarom belangrijk voor stevige botten en tanden. Uit onderzoek blijkt dat vitamine D in combinatie met calcium, botverlies kan beperken en dat het een positieve invloed heeft op de botdichtheid. Hierdoor kan vitamine D, samen met calcium, het risico op botbreuken verminderen.

 

Spieren

Vitamine D is ook van belang voor een goede spierfunctie. Dat zijn niet alleen de spieren in bijvoorbeeld onze armen en benen, maar ook in de hartspier. Spierzwakte en spierkrampen kunnen één van de eerste symptomen van een vitamine D-tekort zijn. Voldoende vitamine D in het lichaam is ook verantwoordelijk voor het hebben van een beter evenwichtsgevoel. Hierdoor wordt automatisch ook het risico op valpartijen en eventuele botbreuken kleiner.

 

Hersenen

Vitamine D lijkt ook van invloed op de hersenen. Dat bleek onlangs uit Brits onderzoek onder ruim 850 vijfenzestigplussers. Vitamine-D-tekort geeft 60 procent meer kans geeft op achteruitgang van het denkvermogen.

Zo hebben mensen met lage gehaltes aan vitamine D een grotere kans op depressie, zo laat  Nederlands onderzoek onder bijna 1.300 vijfenzestigplussers zien. Vitamine D lijkt ook nodig voor het denkvermogen, zo laat een onderzoek onder ruim 5.500 Franse vrouwen van gemiddeld 80 jaar zien. De vrouwen die genoeg vitamine D via hun voeding binnenkregen, scoorden beter op testen van de hersenfuncties dan de vrouwen die weinig vitamine D binnenkregen.

 

Weerstand

Er bestaat steeds sterker bewijs dat vitamine D ook een rol speelt in ons immuunsysteem. De omzetting naar de actieve vorm van vitamine D in de witte bloedcellen, zorgt voor een zogenaamde cellulaire immuniteit. Dit proces wordt in werking gezet door het aanzetten van de productie van een bepaald eiwit, dat bacteriën onschadelijk kan maken. Hierdoor kan voorkomen worden dat men ziek wordt. Echter, veel meer onderzoek is nodig om de exacte rol van vitamine D met betrekking tot onze weerstand te kunnen bepalen.

Celdeling

Vitamine D speelt een belangrijke rol bij de celgroei en celdeling. Door deze functie zou vitamine D een preventief effect hebben op dikkedarmkanker. Daarnaast zou vitamine D ook een positieve rol spelen bij onder ander prostaat- en borstkanker.

Kanker

Ook volgens KWF Kankerbestrijding is er mogelijk een relatie tussen vitamine D en verschillende vormen van kanker. In hun rapport 'Relatie kanker, zonlicht en vitamine D' uit 2010 is de conclusie: blootstelling aan zonlicht gaat gepaard met een lagere kans op borst-, dikkedarm- en prostaatkanker, waarschijnlijk doordat vitamine D via zonlicht in de huid wordt aangemaakt. Waarschuwde KWF vroeger alleen tegen de zon (in verband met het risico op huidkanker), tegenwoordig is het devies: 'Geniet van de zon, maar zorg dat je niet verbrandt.

Schaduw

Ook de Gezondheidsraad adviseert dagelijks minimaal een kwartier per dag naar buiten te gaan met onbedekt hoofd en handen, zodat de huid kan profiteren van de inwerking van UV-stralen. Ter geruststelling: ijzige kou trotseren hoeft niet. De zon is in Nederland alleen van april tot oktober fel genoeg om de huid aan te zetten tot productie van vitamine D. Een vuistregel: de huid maakt alleen vitamine D aan als je schaduw korter is dan jijzelf.

SFP-factor in crèmes

Steeds meer crèmes voor gezicht en handen bevatten een UV-filter die met factor 15 beschermt tegen zonlicht. Een beschermingsfactor 8 maakt al dat er geen vitamine D meer wordt aangemaakt in de huid. Dagelijkse UV-bescherming is dus goed om huidveroudering te voorkomen, maar het verhoogt het risico op een vitamine D-tekort. Daarom: bescherm de huid alleen met een UV-filter als je langer dan een kwartier in de zon verblijft.

Vaak nodig: extra D

Een gebrek aan vitamine D komt in alle lagen van de bevolking voor, maar met het stijgen van de leeftijd, stijgt ook het risico op een tekort. In Nederland heeft naar schatting de helft van alle ouderen een tekort aan vitamine D. En onder bewoners van verpleeghuizen kan dat zelfs oplopen tot 85 procent.

Hoe dat kan? In onze voeding zit maar weinig vitamine D. Goede bronnen zijn vette vis als haring, zalm, makreel en bokking. Verder zit er een klein beetje vitamine D in vlees, zuivel en eieren en wordt het toegevoegd aan halvarine, margarine en bak- en braadvetten. Maar hoeveel kun je hiervan dagelijks eten? Voor het merendeel van de benodigde vitamine D zijn we dus aangewezen op de productie in de huid. En die loopt terug bij het ouder worden. Daar komt nog eens bij dat oudere mensen minder vaak buiten komen. Het Voedingscentrum adviseert daarom dagelijks – winter én zomer – extra vitamine D voor vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar.

 

Vitamine D-supplementen kun je in iedere drogisterij of apotheek kopen. Het is verkrijgbaar in druppels, pillen, capsules of in een multivitaminen preparaat. Wanneer je zeker wilt weten of dat je een vitamine D-tekort hebt, ga dan naar je huisarts. Deze kan door middel van een bloedtest achterhalen of dat je daadwerkelijk een tekort hebt.

Bronnen: Nationaalkompas.nl, KWF


NB. Vitamine D mag niet onbeperkt worden gebruikt vanwege het gevaar van te hoge calcium- ( = hyper-calciëmie) en fosfaatgehaltes ( = hyper-fosfatemie) van het bloed.

zie ook:
- verschijnselen
- behandeling
- vitaminen

Terug naar vitaminen-tekort

Laatst aangepast op 15 september 2018