Plotselinge, onwillekeurige samentrekking (= contractie) van één of meer skeletspieren.

Onderscheiden worden:
- clonische spierkramp: afwisselend krampen (= contractie) en ontspanningen (= relaxatie) van spieren.
- tonische spierkramp: samentrekking van een spier die enkele minuten, uren en soms weken aan kan houden.
- spasticiteit: blijvend verhoogde spierspanning (= spiertonus) met (meestal) bewegingsbeperking (= motorische invaliditeit).
- convulsies: centraal veroorzaakte, schoksgewijze (= clonische) spierkrampen, zoals bij epilepsie.

Mogelijke verschijnselen (o.a.)
Spierkramp, spierschokken (= 'convulsies'), hevige pijn en bewegingsbeperking.

Mogelijke oorzaken (o.a.)
Verzuring van de spieren (met name bij duursporten), oververmoeidheid, epilepsie, psychisch (bijv. stotteren, overmatig knipperen met de oogleden, tic), spierziekten, doorbloedingsstoornissen van de hersenen (= CVA), hersentumoren, multiple sclerose (= MS), ziekte van Parkinson, tetanus (= nekkramp, kaakklem), verwondingen, verbrandingen en littekenvorming.

Mogelijke behandelingen (o.a.)
- medicijnen: spier-verslappende middelen (= spasmolytica)
- anti-epileptica

NB. De aard van de behandeling is sterk afhankelijk van de oorzaak van de spierspasmen.

Terug naar spier-aandoeningen