Veel verschil in zorg aan dak- en thuislozen

Dak- en thuislozen in Nederland krijgen per gemeente verschillende medische zorg. Daardoor is er in sommige gemeenten weinig tot geen zorg geregeld voor deze groep, blijkt uit een onderzoek van de Hogeschool Utrecht. Nederland telt zo?n 31 duizend dak- en thuislozen.

De centrumgemeenten zijn verantwoordelijk voor het organiseren van opvang en bescherming van dak- en thuislozen in eigen en omliggende gemeenten. Uit het onderzoek komt naar voren dat de centrumgemeenten deze zorg verschillend hebben georganiseerd en gefinancierd. In negen gemeenten (21%) is helemaal geen medische zorg voor dak- en thuislozen aanwezig. Deze gemeenten verwijzen daklozen vaak door naar een huisartsenpost. In grotere gemeenten, met meer dan 150 duizend inwoners, is vaker sprake van een vaste samenwerking met een huisarts of verpleegkundige dan in kleinere gemeenten. In slechts vier gemeenten is er een deskundige, zoals een huisarts, vast aanwezig in een instelling. In bijna de helft van de gemeenten is er een samenwerkingsafspraak tussen een zorginstelling en een huisarts.
In 27 centrumgemeenten hoeven daklozen geen zorgverzekering, ID-bewijs of regiobinding te hebben om beroep op zorg te kunnen doen, maar in de rest wordt dat wel verlangd. Een meerderheid van de gemeenten, 88 procent, maakt een elektronisch dossier aan van zulke patiƫnten als zij hulp zoeken, maar slechts in 16 procent van de gemeenten zijn deze toegankelijk voor alle instanties die zorg aan deze doelgroep bieden.
De onderzoekers pleiten onder andere voor een medisch spreekuur door een vaste groep huisartsen in elke gemeente. Ook zouden er richtlijnen en afspraken over de organisatie van deze zorg moeten worden vastgelegd.