ALGEMENE KENMERKEN Benaming:
TriAnal zalf en zetpillen

Samenstelling

Werkzame stof:
Bevat per gram zalf
Triamcinolonacetonide 0,25 mg
Lidocaine HCI monohydraat 50,00 mg

Werkzame stof:
Bevat per zetpil
Triamcinolonacetonide 0,50 mg
Lidocaine HCI monohydraat 50,00 mg

Hulpstoffen:
Zalf: paraffine en polyethyleen
Zetpil: Miglyol en Witepsol

Farmaceutische vorm en inhoud
Zalf, verpakt in een gecoate, aluminium tube à 30 gram, met inbrenghuls.

Zetpillen, verpakt PVC/PE folie, in doosje à 12 zetpillen.

Geneesmiddelengroep

triAnal zalf en zetpillen bevatten stoffen met een ontstekingsremmende werking (triamcinolonacetonide) en met een pijnstillende werking (lidocaine).

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen

Will-Pharma,
Zwanenburg,
Tel: 0 20 4 97 65 51

In het register ingeschreven onder
RVG RVG 06855, triAnal zalf
RVG 06856, triAnal zetpillen

TOEPASSING VAN HET GENEESMIDDEL

triAnal wordt gebruikt voor de behandeling van pijn en jeuk, veroorzaakt door aambeien.

VOORDAT HET GENEESMIDDEL WORDT GEBRUIKT

Gevallen waarin het geneesmiddel niet moet worden gebruikt triAnal niet gebruiken bij:

* overgevoeligheid voor een van de werkzame stoffen of hulpstoffen.
* tuberculose, die ook de anusstreek heeft aangetast.
* plaatselijke infecties

Nodige voorzorgen bij gebruik

Bij zwangerschap en lactatie
Over het gebruik in de zwangerschap en tijdens de periode van borstvoeding bestaan onvoldoende gegevens om de mogelijke schadelijkheid te beoordelen. Het wordt echter afgeraden triAnal tijdens de zwangerschap te gebruiken.

Beïnvloeding van de rijvaardigheid of het vermogen machines te bedienen

Er is geen effect te verwachten op de rijvaardigheid.

Stoffen die allergische reacties kunnen veroorzaken
De hulpstoffen, die in het product zijn verwerkt, staan vermeld onder 1.2. Samenstelling. Indien u voor één van deze stoffen allergisch bent, dient u het product niet te gebruiken.

Wisselwerkingen met andere geneesmiddelen en andere wisselwerkingen die de werking van het geneesmiddel kunnen beïnvloeden
Geen bijzonderheden.

Speciale waarschuwingen

Bij gelijktijdig gebruik van bepaalde ontstekingsremmende middelen, de zg. corticosteroïden, is het verstandig met de arts te overleggen.

Triamcinolonacetonide is een vrij sterk werkend corticosteróid.

AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK

Dosering

triAnal zalf 1-3 maal daags, bijvoorbeeld 's morgens en' s avonds en na elke ontlasting.
triAnal zetpillen 1-2 maal daags in de anus inbrengen.

NB: Omdat triamcinolonacetonide een vrij sterk werkend corticosteróid is, mag per week niet meer dan 30 g zalf en niet meer dan 1 verpakking zetpillen (12 stuks) worden gebruikt.

Wijze van gebruik
* Was steeds vóór het aanbrengen de te behandelen streek.
* Zalf: dun aanbrengen op de geïrriteerde huid. Bij het gebruik bij inwendige aambeien kan de zalf met behulp van de inbrenghuls worden ingebracht: schroef de huls op de tube. Breng deze huls voorzichtig in de anus en druk wat zalf uit de tube, terwijl u de huls terugtrekt.

* Zetpil: haal de zetpil uit de plastic omhulling. Ga bij voorkeur op de zij liggen met het onderste been gestrekt en het bovenste been opgetrokken. Breng de zetpil langzaam in de anus en blijf zo mogelijk 5 tot 10 minuten liggen om te voorkómen dat de zetpil er weer uitkomt.

NB: het inbrengen gaat gemakkelijker als u het einde van de zetpil in water of slaolie doopt.

* Na het aanbrengen of inbrengen de handen wassen.

Hoe vaak in te nemen
Volg het voorschrift van de arts op.

Duur van de behandeling

De behandeling zal gewoonlijk kort duren en niet langer zijn dan vier weken.
Wat te doen als meer is ingenomen dan is voorgeschreven
Als triAnal langdurig wordt gebruikt kunnen ziekteverschijnselen optreden. Deze zijn dan het gevolg van opname in het bloed van de bestanddelen van triAnal.

Symptomen kunnen zijn het opzwellen van gezicht en misselijkheid. Raadpleeg in ieder geval uw arts.

Wat te doen als een dosis is vergeten
U kunt de dosis alsnog toedienen.

Wat gebeurt er als er plotseling gestopt wordt met het innemen van het geneesmiddel

Alleen na langdurig gebruik van grote hoeveelheden is het raadzaam de behandeling geleidelijk te verminderen.

BIJWERKINGEN

Als bijwerkingen kunnen optreden: branderig gevoel en jeuk, toename van drang tot stoelgang of van afscheiding. Laxerende of juist stoppende werking.

Waarschuw uw arts of apotheker, indien bij u een bijwerking optreedt die niet in de bijsluiter staat vermeld.

AANWIJZINGEN VOOR HET BEWAREN EN UITERSTE GEBRUIKSTERMIJN

Bij kamertemperatuur (15-25 °C), buiten bereik van kinderen bewaren.

Niet gebruiken na de vervaldatum; deze staat op de verpakking en op de strip achter „ex".

DATUM WAAROP DE BIJSLUITER VOOR HET LAATST IS HERZIEN Maart 1997