HOLOXAN Patiëntenbijsluiter

1. ALGEMENE KENMERKEN

1.1. Naam van het geneesmiddel

HOLOXAN, poeder voor oplossing voor injectie.

1.2. Samenstelling

De werkzame stof is ifosfamide.

1 injectieflacon
HOLOXAN HOLOXAN 500 mg 1 g

HOLOXAN 2g

ifosfamide als droge stof ter bereiding van een oplossing voor injectie. Het product bevat geen andere bestanddelen (hulpstoffen).

1.3. Farmaceutische vorm en inhoud

Het product is verkrijgbaar in verpakkingsgroottes van 1 en 10 glazen injectieflacons van 500 mg, 1 g of 2 g. Het is mogelijk dat niet alle verpakkingsgroottes verkrijgbaar zijn.

1.4. Geneesmiddelengroep
Poeder voor oplossing voor injectie.

1.5. Naam en adres van de firma die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen:
Baxter B.V.,
Kobaltweg 49,
NL-3542 CE Utrecht,
Nederland

1.6. Registratienummer RVG 07622.

2. TOEPASSING VAN HET GENEESMIDDEL

Tijdens klinische onderzoeken is de cytostatische werkzaamheid (remmende werking op celdeling en -groei) van HOLOXAN aangetoond bij :
* kleincellige longkanker en niet-kleincellige longkanker;
* testistumoren (kwaadaardig gezwellen van de testikel) (alle soorten weefseltypen), wanneer de ziekte teruggekeerd is na conventionele chemotherapie;
* sarcomen (kwaadaardige bindweefselgezwellen) in weke delen, vooral leiomyosarcoom
(kwaadaardig bindweefselgezwel van glad spierweefsel), rabdomyosarcoom (zeldzaam kwaadaardig bindweefselgezwel van dwarsgestreept spierweefsel), en chondrosarcoom (kwaadaardig kraakbeengezwel);
* osteosarcoom (kwaadaardig botgezwel of kwaadaardig gezwel waarin beenweefsel voorkomt);
* mammacarcinoom (borstkanker);
* ovariumcarcinoom (kankergezwel op de eierstokken);
* behandeling van de ziekte van Hodgkin (pijnloze vergroting van lymfklieren, milt en lever, gekenmerkt door bloedarmoede, koorts en jeuk) en non-Hodgkin-lymfomen (kwaadaardige gezwellen van het lymfatisch weefsel) met intermediaire of hoge graad van kwaadaardigheid, na conventionele chemotherapie.

3. ALVORENS HET GENEESMIDDEL TE GEBRUIKEN

3.1. Gevallen waarin het geneesmiddel niet mag worden gebruikt
Wanneer uw arts afweegt of dit poeder voor oplossing voor injectie voor u een geschikte vorm van behandeling is, moet hij/zij rekening houden met uw medische voorgeschiedenis.

In de volgende omstandigheden mag het product niet worden gebruikt :

* reeds bestaande beenmergdepressie (remming van bloedvorming in het beenmerg) vóór de behandeling;
* het aantal witte bloedcellen bedraagt minder dan 2000 x 106/l;
* het aantal bloedplaatjes bedraagt minder 75 000 x 106/l;
* ernstige stoornissen in de werking van de lever;
* verstoorde functie van de werking van de nieren, gekenmerkt door een verminderde urine-uitscheiding, een stijging van het gehalte aan creatinine (een afvalproduct van eiwitten) in het bloed en syndromen met een verstoorde werking van de nierbuisjes;
* bestaande urineweginfectie;
* cerebrosclerose (verharding van hersenweefsel) in een vergevorderd stadium;
* bekende overgevoeligheid voor HOLOXAN.

3.2. Voorzorgsmaatregelen bij gebruik

* Gebruik bij bepaalde patiëntengroepen
* HOLOXAN is een cytostaticum (middel dat celgroei en -deling remt), dat uitsluitend bedoeld is voor klinische toepassingen. Het wordt aanbevolen dat uitsluitend artsen met ervaring in cytostatische therapie HOLOXAN gebruiken.
* Op geslachtsrijpe leeftijd moet u, zowel mannen als vrouwen, voorbehoedsmiddelen nemen tijdens en tot ten minste drie maanden na beëindiging van de behandeling met HOLOXAN.
* Voordat de therapie begint, moet uw arts mogelijke stoornissen van urinelozing uitsluiten. Eventuele infecties (besmetting met ziektekiemen, zoals bacteriën en virussen) moet u laten behandelen en mogelijke stoornissen van de zoutbalans corrigeren.
* Uw arts moet voorzichtig te werk gaan wanneer u slechts over één nier beschikt, omdat u in dat geval een HOLOXAN-therapie met hogere doses slechter blijkt te verdragen.
* Uw arts moet voorzichtig te werk gaan en/of uw dosering verminderen wanneer u een verstoord bloedbeeld hebt.
* Vanwege het mogelijke risico op hemorragische cystitis (blaasontsteking met bloedingen) en eventuele stoornissen van de werking van de nieren moet uw arts het bezinksel in uw urine en het gehalte aan creatinine (een afvalproduct van eiwitten) in het serum tijdens een behandelingssessie dagelijks controleren, tot drie dagen na de laatste injectie, en vervolgens een- tot tweemaal per week.
* Uw arts moet ruime vochttoevoer en goede diurese (urineproductie) verzekeren. Tijdens uw therapie ziet de arts erop toe dat de blaas regelmatig geledigd wordt. Deze voorzorgen moet de arts twee dagen vóór de start van de infusie van HOLOXAN nemen.
* Het is belangrijk dat uw arts het optreden van misselijkheid en braken voorkomt door toediening van een anti-emeticum (middel tegen braken), 15 minuten vóór de injectie van HOLOXAN. Braken kan namelijk gemakkelijk leiden tot dehydratie (uitdroging van het lichaam) en stoornissen van de zoutbalans, waardoor het gevaar voor een vergiftiging van blaas en nieren groter wordt.
* Bijwerkingen van de hersenen kunnen aanzienlijk worden verminderd door toediening van piracetam (middel tegen hersenvatstoornissen).
* Vanwege de optredende leukopenie (bloedafwijking gekenmerkt door een tekort aan witte bloedcellen en een verhoogde gevoeligheid voor infecties), eventueel agranulocytose (sterke vermindering of ontbreken van een bepaalde soort witte bloedcellen, met een sterk verminderde bescherming tegen infecties tot gevolg) bij hoge doses, is het noodzakelijk eventueel bestaande infecties vóór de behandeling onder controle te krijgen. Toediening van corticosteroïden (bijnierschorshormonen) bij leukopenie is nutteloos, bevordert slechts de infectie en wordt daarom ontraden.

• Gebruik tijdens zwangerschap en de periode van borstvoeding

Uit waarnemingen bij de mens zijn aanwijzingen verzameld dat oxazafosforinen (een groep van stoffen waartoe HOLOXAN behoort) schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Het gebruik van HOLOXAN is daarom niet aangewezen tijdens de zwangerschap.

Tijdens de behandeling met HOLOXAN mag geen borstvoeding worden gegeven.

Bij mannen beïnvloedt HOLOXAN de geslachtsklieren en kan het gebruik ervan leiden tot een tekort aan kiemcellen in de testikels, zodat testikels in volume kunnen afnemen, en azoóspermie (afwezigheid van zaadcellen in het zaad)/aspermie (afwezigheid van sperma) of onvruchtbaarheid kunnen optreden.

Bij vrouwen kan het gebruik van HOLOXAN leiden tot amenorroe (uitblijven van de menstruatie) en een verstoorde werking van de eierstokken.
Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt.

• Invloed op de rijvaardigheid en de bediening van machines

Er zijn geen gegevens bekend over het effect van dit product op de rijvaardigheid en de bediening van machines.

3.3. Wisselwerkingen

Uw arts moet rekening houden met de mogelijkheid dat een versterkte daling van de bloedsuikerspiegel optreedt bij gelijktijdige toediening van sulfonylureumderivaten (middelen die toegepast worden bij een bepaalde vorm van suikerziekte), en een toename van ernstigere beenmergdepressies (remming van bloedvorming in het beenmerg) bij gelijktijdig gebruik van allopurinol (stof ter behandeling van beenweefsel-en gewrichtsaandoeningen).
Informeer uw arts wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of onlangs gebruikt hebt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder medisch voorschrift kunt verkrijgen.

4. GEBRUIKSAANWIJZING

4.1. Dosering

De dosering wordt door uw arts bepaald, afhankelijk van de klinische gegevens.

4.2. Wijze van gebruik

Deze oplossing wordt toegediend door uw arts of verpleegkundige via een injectie in een ader (intraveneus).
Voor intraveneuze infusie voegt uw arts of verpleegkundige de in water voor injecties bereide HOLOXAN-oplossing toe aan een Ringeroplossing of een gelijkaardige oplossing voor intraveneuze infusie.

4.3. Duur van de behandeling en frequentie van de toediening
De duur van de behandeling en de frequentie van de toediening worden door uw arts bepaald. Beide zijn afhankelijk van de klinische gegevens.

In geval u bemerkt dat HOLOXAN te sterk of juist te weinig werkt, raadpleegt u uw arts of apotheker.

4.4. Overdosering

Een specifiek tegengif voor HOLOXAN is niet bekend. In geval van overdosering moet uw arts algemene ondersteunende maatregelen nemen om een periode van vergiftiging te voorkomen of te overbruggen. Om effecten van urinevergiftiging te voorkomen, moet uw arts UROMITEXAN (met als werkzame stof mesna) toedienen. Tevens moet hij/zij een toereikende diurese (urineproductie) verzekeren.
Bij overdosering moet uw arts de toevoer van de oplossing beperken en, indien nodig, moet aangepaste medicatie worden toegediend.

5. BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen, kan dit poeder voor oplossing voor injectie bijwerkingen veroorzaken. De toediening moet worden stopgezet en uw arts neemt relevante maatregelen in geval van bijwerkingen.

Bijwerkingen kunnen :

* zeer vaak voorkomen (bij meer dan 1 op 10 patiënten);
* vaak voorkomen (bij meer dan 1 op 100, maar bij minder dan 1 op 10 patiënten);
* soms voorkomen (bij meer dan 1 op 1000, maar bij minder dan I op 100 patiënten);
* zelden voorkomen (bij meer dan 1 op 10 000, maar bij minder dan 1 op 1000 patiënten);
* zeer zelden voorkomen (bij minder dan 1 op 10 000 patiënten).
De volgende bijwerkingen zijn gemeld als gevolg van het gebruik van HOLOXAN :
* zeer vaak

Bloed- en lymfstelselaandoeningen : myelosuppressie (remmende werking op het beenmerg), leukopenie (bloedafwijking gekenmerkt door een tekort aan witte bloedcellen en een verhoogde gevoeligheid voor infecties), neutropenie (vermindering van een bepaalde soort witte bloedcellen).

Zenuwstelselaandoeningen : encefalopathie (aandoening van de hersenen gekenmerkt door onder meer stuipen en bewustzijnsverlaging), sufheid.

Maagdarmstelselaandoeningen : misselijkheid, braken. Deze bijwerkingen treden vooral op bij hoge doses, en kunnen enkele uren na de injectie tot maximaal drie dagen na de laatste injectie worden waargenomen (zie ook "Gebruik bij bepaalde patiëntengroepen").

Huid- en onderhuidaandoeningen : alopecia (kaalheid na haaruitval), afhankelijk van dosering en individuele factoren. Deze bijwerking begint ongeveer 10 tot 30 dagen na de injectie. Doorgaans keert de haargroei terug na enkele weken, ook bij voortzetting van de therapie.

Nier- en urinewegaandoeningen : hematurie (aanwezigheid van bloed in de urine), microhematurie (niet met het blote oog zichtbare aanwezigheid van bloed in de urine).

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen : koorts.
* vaak
Infecties en parasitaire aandoeningen : infecties (besmetting met ziektekiemen, zoals bacteriën en virussen).

Bloed- en lymfstelselaandoeningen : trombocytopenie (een verlaagd aantal bloedplaatjes, gekenmerkt door blauwe plekken en bloedingsneiging).
Voedings- en stofwisselingsstoornissen : metabole acidose (daling van de zuurheidsgraad of pH).

Nier- en urinewegaandoeningen : hemorragische cystitis (blaasontsteking met bloedingen), nefropathie (nierafwijking), een verstoorde werking van de nierbuisjes, macrohematurie (met het blote oog zichtbare aanwezigheid van bloed in de urine).

Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen : verstoorde spermatogenese (vorming van zaadcellen).

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen : asthenische aandoeningen (aandoeningen gekenmerkt door zwakte), vermoeidheid, algemene zwakte, gevoel van onwel zijn.
• soms

Infecties en parasitaire aandoeningen : pneumonie (longontsteking), sepsis (bloedvergiftiging).
Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerde (inclusief cysten en poliepen) : tweede tumor, urinewegcarcinoom (kankergezwel op de urinewegen), myelodysplastisch syndroom (MDS) (algemene aanduiding van ziekten van het beenmerg waarbij de aanmaak van bloedcellen verstoord is), acute leukemie (bloedziekte met overproductie van witte bloedcellen, met een zeer hevig en kortdurend verloop).

Endocriene aandoeningen : onomkeerbare stoornissen van de eisprong.

Voedings- en stofwisselingsstoornissen : anorexie (gebrek aan eetlust).

Psychische stoornissen : hallucinaties (als realiteit ervaren waanvoorstellingen), depressieve psychose (geestesziekte gekenmerkt door depressie), gebrekkig oriëntatievermogen, rusteloosheid, verwardheid.

Zenuwstelselaandoeningen : slaperigheid, vergeetachtigheid, duizeligheid.

Hartaandoeningen : hartritmestoornissen (zoals aritmie, ventriculaire aritmie, supraventriculaire aritmie), hartfalen (onvoldoende pompkracht van het hart), vooral na zeer hoge doses HOLOXAN.

Bloedvataandoeningen : bloedingen.

Maagdarmstelselaandoeningen : diarree, verstopping.

Lever- en galaandoeningen : stoornissen in de werking van de lever.

Nier- en urinewegaandoeningen : incontinentie (niet kunnen ophouden van urine en/of ontlasting), dysurie (pijnlijke en moeilijke urinelozing), verstoorde urinelozing, blaasirritatie.

Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen : amenorroe (uitblijven van de menstruatie), verminderde niveaus van vrouwelijke geslachtshormonen.
• zelden

Bloed- en lymfestelselaandoeningen : anemie (bloedarmoede).
Immuunsysteemaandoeningen : overgevoeligheidsreacties.

Endocriene aandoeningen : ADH-deficiëntie (ontoereikende uitscheiding van het antidiuretisch hormoon, een hormoon dat de heropname van water in de nieren regelt).

Voedings- en stofwisselingsstoornissen : hyponatriëmie (een te laag natriumgehalte in het bloed), dehydratie (uitdroging van het lichaam), waterretentie (vasthouden van water in het lichaam), stoornissen van de zoutbalans.

Zenuwstelselaandoeningen : cerebellair syndroom (aandoening van de kleine hersenen, onder meer gekenmerkt door verlaagde spierspanning, ontbreken van reflexen, houdingsinstabiliteit, coördinatieproblemen, spraakstoornissen).

Oogaandoeningen : troebel zicht.

Bloedvataandoeningen : hypotensie (een te lage bloeddruk).

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen : stoornissen in de werking van de longen, met tekenen zoals hoesten, dyspneu (ademnood).

Maagdarmstelselaandoeningen : stomatitis (ontsteking van het mondslijmvlies), anale incontinentie (niet kunnen ophouden van ontlasting).

Huid- en onderhuidaandoeningen : huiduitslag, dermatitis (ontsteking van de huid).

Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen : krampen.

Nier- en urinewegaandoeningen : glomerulaire disfuncties (verstoorde werking van een gedeelte van de nieren), tubulaire acidose (zuurvergiftiging), proteïnurie (aanwezigheid van te veel eiwitten in de urine), onvoldoende werking van de nieren (hetzij zeer hevig en kortdurend, hetzij langzaam), urine-incontinentie (niet kunnen ophouden van urine).

Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen : azobspermie (afwezigheid van zaadcellen in het zaad), aanhoudende oligospermie (sperma met een te geringe hoeveelheid zaadcellen).
Congenitale, familiale en genetische aandoeningen : aminoacidurie (aanwezigheid van te veel aminozuur in de urine).

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen : mucositis (ontsteking van slijmvlies in de mondholte, gekenmerkt door pijnlijk vuurrood slijmvlies), reacties ter hoogte van de plaats van toediening.
• zeer zelden

Bloed- en lymfstelselaandoeningen : hemolytisch uremisch syndroom (toestand waarin de werking van de nieren tekortschiet, met een zeer hevig en kortdurend verloop), gedissemineerde intravasculaire stolling (over een groot oppervlak verspreide stolling in een bloedvat), bijwerkingen die beide kunnen worden veroorzaakt door de onderliggende ziekte, maar ook kunnen optreden door de behandeling met HOLOXAN.

Immuunsysteemaandoeningen : anafylactische shock (shock gekenmerkt door sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid en verminderd bewustzijn, en veroorzaakt door een plotselinge, sterke vaatverwijding als gevolg van ernstige overgevoeligheid voor bepaalde stoffen).

Voedings- en stofwisselingsstoornissen hypokaliëmie (een te laag kaliumgehalte in het bloed).

Zenuwstelselaandoeningen : coma, epileptische aanvallen (stuipen), polyneuropathie (symmetrische aandoening van een aantal zenuwen aan uiteinden van benen en armen, gekenmerkt door gevoelsstoornissen).

Oogaandoeningen : verzwakt zicht.

Hartaandoeningen : hartstilstand, hartinfarct.

Bloedvataandoeningen : trombo-embolie (verstopping van een bloedvat door een bloedstolsel), een bijwerking die kan worden veroorzaakt door de onderliggende ziekte, maar ook door de behandeling met HOLOXAN.

Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen : interstitiële pneumonitis (longaandoening, veroorzaakt door ontstekingsachtige volumevermeerdering van het steunweefsel), interstitiële longfibrose (vorming van bindweefsel in de long), ademhalingsfalen (onvoldoende werking van de ademhaling), toxisch-allergisch longoedeem (vochtophoping in de longen, gekenmerkt door vergiftiging en overgevoeligheidsreacties).

Maagdarmstelselaandoeningen : acute pancreatitis (ontsteking van de alvleesklier met intense, continue toenemende pijn in de bovenbuik, misselijkheid en braken).

Huid- en onderhuidaandoeningen : huidreacties gekenmerkt door vergiftiging.

Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen : rachitis (vertraagde verbening bij kinderen als gevolg van een tekort aan vitamine D, gekenmerkt door verkromming van de beenderen), osteomalacie (beenverweking bij volwassenen als gevolg van een tekort aan vitamine D), en bij combinatiechemotherapie rabdomyolyse (afbraak van spierweefsel, gekenmerkt door spierkrampen, koorts en roodbruine verkleuring van de urine).

Nier- en urinewegaandoeningen : syndroom van Fanconi (aangeboren stofwisselingsziekte, gekenmerkt door onder meer dwerggroei, vermeerderde uitscheiding van urine en botafwijkingen).

Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen : dood.
Letsels, intoxicaties en verrichtingencomplicaties : versterkte reactie op radiotherapie (bestraling).
Indien u na of tijdens de toediening veranderingen waarneemt in de manier waarop u zich voelt, raadpleegt u onmiddellijk uw arts of verpleegkundige.

Indien er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter vermeld is of die u als ernstig ervaart, raadpleegt u uw arts of apotheker.

6. AANWIJZINGEN VOOR BEWARING EN UITERSTE GEBRUIKSDATUM

Buiten het bereik en uit het zicht van kinderen bewaren.

Zowel poeder als oplossing bewaren bij kamertemperatuur (15°C - 25°C).
De uiterste gebruiksdatum staat vermeld op de kartonnen buitenverpakking (maand/jaar). HOLOXAN mag niet meer worden gebruikt vanaf de laatste dag van de aangegeven maand.

7. LAATSTE HERZIENING / GOEDKEURING VAN DE BIJSLUITER Juni 2005.